Paroles de Jakob en zoons/jozefs jas

Vertelster:

Lang geleden in Kanaän,

Het Bijbelverhaal was maar net aan de gang
Woonde een zekere Jakob en die vond

Enorme gezinnen van levensbelang



Jakob, Jakob en Zoons,

Familiebedrijf met een goed bestaan.

Jakob, Jakob en Zoons,

Ze hoedden de geiten, ze dorsten het graan.



Jakob, die soms ook wel Israël heette,

Sla daar dat Bijbelse boek maar op na


Vertelster en vrouwen:

Jakob, Jakob en Zoons

Ze ploegden de aarde, ze maaiden het gras.

Jakob, Jakob en Zoons,

Ze schoren de schapen ze sponnen het vlas.



Vertelster en Broers:

Ruben was de oudste van de kinderen van Israël,

Simeon en Levi kwamen ook al snel,

Naftali en Issakar en Aser en Dan

En Zebulon en Gad, jullie weten het wel.



Vertelster en Ensemble:

Jakob, Jakob en Zoons

Benjamin en Juda, we zijn er nog niet,

Jakob, Jakob en Zoons,

Daar is Jozef, papa's favoriet!

Jakob, Jakob en Zoons,

Jakob, Jakob en Zoons,

Jakob, Jakob en Zoons,

Jakob, Jakob, Jakob,

Jakob en Zoons!